Grote belangstelling bijeenkomst CU

Subscription 'CU Hoofdlid - laag' on 'Contributie Hoofdleden' for 'Iestra-Lanting, C.A. [87543]'maandag 18 februari 2008 21:36

Minister Eimert van Middelkoop: ‘Nederland heeft dit kabinet nodig’
Bijeenkomst ChristenUnie 11 februari, de Vijverhoeve

‘Onze toetreding was een rationele keuze, maar Nederland heeft dit kabinet nodig’ Dat stelde defensieminister Eimert van Middelkoop tijdens zijn spreekbeurt in De Vijverhoeve. Hij sprak daar op maandag 11 febuari op uitnodiging van kiesverenigingen van Zwartewaterland, Steenwijkerland, Staphorst en Dalfsen.

Ten overstaan van een volle zaal (ruim tweehonderd belangstellenden) keek de minister vanuit het thema ‘Schuttersput of Waterput’ terug op zowel de Nederlandse missie in Afghanistan als op de regeringsdeelname van de ChristenUnie. De partij trad precies een jaar geleden toe tot het huidige kabinet en volgens Van Middelkoop is dat een goede beslissing geweest. ‘Het was nodig: de politiek is al jaren instabiel. Electoraal onbehagen heeft geleid tot de opkomst van anti-systeempartijen als de PVV – die het integratievraagstuk gebruikt om zichzelf groter te maken – en de beweging van mevrouw Verdonk, die maar één programmapunt heeft en dat is mevrouw Verdonk zelf.’

Volgens hem past de ChristenUnie uitstekend in de huidige coalitie. ‘We zijn gewoon de derde, gerespecteerde coalitiepartner, zonder dat we onze geschiedenis en onze beginselen behoeven te verloochenen. Natuurlijk zijn de marges heel bescheiden. We kunnen niet alles veranderen wat door de cultuur van ‘paars’ is gerealiseerd. Maar mede dankzij de liberale provocaties komen ook uitgesproken christelijke onderwerpen aan de orde en bereiken we op veel terreinen overeenstemming: het generaal pardon, de gratis schoolboeken, een rookvrije horeca en niet te vergeten een minister voor jeugd- en gezinszaken.’

Volgens hem is er niet alleen binnen het kabinet, maar ook in het land meer aandacht voor geloofszaken dat enkele jaren terug. ‘Daar is meer ruimte voor dan vroeger. Ik denk dat deze coalitie twintig jaar geleden veel moeilijker tot stand gekomen zou zijn. De anderen zouden zich veel harder hebben opgesteld. Het zegt ook iets dat tweederde van de ministers een jaar geleden de eed aflegde bij de Koningin.’

Op de vraag uit de zaal hoe hij het persoonlijk ervaart om als minister het land te mogen dienen, zei hij: ‘We hebben onder paars nederlaag op nederlaag geleden. Tegen die achtergrond ervaar ik het als heel bijzonder dat we nu regeringsverantwoordelijkheid mogen dragen en een duidelijke, herkenbare stem in het kapittel hebben. Het is een voorrecht, al is het nooit gemakkelijk. Er is een andere manier van politiek bedrijven ontstaan. Hier zullen we steeds opnieuw een antwoord op moeten zien te vinden.’

 

De minister sprak ondanks de beperkte tijd die beschikbaar was - hij moest na een uur alweer voor overleg terug naar Den Haag - ook uitgebreid over het Nederlandse aandeel in de missie in Afghanistan. ‘We hebben te lang gedaan over het besluit om de missie te verlengen’, stelde hij. ‘Daardoor is de waardering voor de NAVO onder de Afghaanse bevolking gedaald.’

Volgens hem wordt de strijd om Afghanistan deels ter plaatse gevoerd en deels in de landen die bij de missie betrokken zijn. ‘Alle 26 landen moeten eerst hun binnenlandse sores oplossen voordat ze daar kunnen samenwerken. Er moet gewerkt worden aan het maatschappelijk draagvlak onder de eigen bevolking. Vroeger, in de tijd van de koude oorlog, was die wilsvorming vanzelfsprekend. Maar nu we niet meer alleen ons eigen grondgebied verdedigen en ook elders in actie komen, moet de krijgsmacht daar hard aan werken. Je moet het kunnen waarmaken, dan komt je de waardering ook terug.’

De krijgsmacht, zo stelde hij, is niet langer alleen bedoeld als afschrikmiddel om het eigen land te verdedigen. ‘Aan een moderne krijgsmacht zitten heel veel internationale aspecten. Dit vertaalt zich ook in een soort dividend: er wordt geïnvesteerd in materieel en in mensen. Bijvoorbeeld ook in de veteranenzorg, die lange tijd verwaarloosd is. Hier staat voor het eerst sinds de val van de Muur een minister die niet hoeft te bezuinigen op defensie. We hoeven niet, zoals vroeger, voortdurend de winkel te verbouwen terwijl de verkoop maar doorgaat.’

 

Hij beaamde dat de strijd in Afghanistan moeilijk is, en dat niet te voorzien is óf en wanneer deze kan worden afgerond. ‘De Taliban versla je niet militair, die versla je door de steun van de bevolking te verwerven. Dit is ook een deel van onze strategie: laten zien dat je het goed met hen voor hebt. En dan nog is het voor het zelfrespect van de bevolking goed om niet langer aanwezig te zijn dan nodig is. Het is niet zo moeilijk om een land binnen te trekken, maar veel lastiger om er binnen een redelijke termijn weer uit te gaan. Ik hoop dat we het Afghaanse leger en de politie daar zodanig kunnen versterken, dat er weer orde heerst en dat we met een goed geweten kunnen vertrekken. Als we daar over tweeëneenhalf jaar weg kunnen, moet het veilig zijn en moet een begin van de wederopbouw zichtbaar zijn.’

Labels

« Terug