Wij hebben eerder ingestemd met een motie die het college opriep om kaders te maken voor de plaatsing van kleine windmolens. Deze molens kunnen bijdragen aan een energieneutrale bedrijfsvoering.
Het college heeft daarom advies gevraagd over deze kaders. Het gaat om kleine windmolens met een ashoogte tot 15 meter in het buitengebied en 25 meter op bedrijventerreinen.

Wij hebben het college geadviseerd om:

• bij de aanvraag rekening te houden met de zonneladder: eerst de mogelijkheid onderzoeken voor zon op dak en aanvullend de plaatsing van dergelijke kleine windmolens.
• de criteria objectiever te omschrijven, maar ook toe te lichten waarom voor dit kader wordt gekozen. Wij vinden dat de gemeente daarbij moet leren van projecten elders in Nederland.
• te kiezen voor een logische plaatsing van de molens ten aanzien van de erf of gevellijnen. De molens moeten bestaande bebouwing en erfstructuren ondersteunen, zodat er minimale aantasting van de landschappelijke waarde plaatsvindt.
• in goed overleg te gaan met LTO over de kaders voor kleine windmolens.
• het participatieproces een duidelijke plek te geven in het beleid.

We hebben onze zorgen geuit over de nu nog hoge legeskosten voor molens in het buitengebied.
Is een project dan wel rendabel te maken? Deze kosten zijn voor bedrijventerreinen een stuk lager.

Het college gaat nu aan de slag met alle adviezen en zal in 2021 een besluit aan de raad vragen over de kaders.